Mijn dubbele Ik
- Linsey Resida

- Dec 12, 2021
- 4 min read
Ik dacht dat ik wist wie ik was
Wie ben ik? Het is de bekende vraag naar je identiteit en hoe jouw identiteit zich verhoudt in de samenleving. Wit, zwart, dik, dun, groot of klein. De zoektocht naar wie jij bent kan een botsing geven met de werkelijkheid en jouw idee van wie jij eigenlijk bent.
Maar wat als deze botsing onbewust veranderd in schaamte? Schaamte die ontstaat omdat je afwijkt van de norm. Schaamte met als oorzaak dat wie jij bent opgelegd wordt door de buitenwereld, maar dit niet is wie jij in werkelijkheid bent. Het creëert een kloof tussen twee realiteiten. Aan de ene kant wie jij bent. Aan de andere kant wie jij in werkelijkheid denkt/wilt zijn.
De kloof die ontstaat vertelt het verhaal van angst en onwetendheid. “Niet bewust van de kloof” zijn de mensen die waarschijnlijk voldoen aan de eigenschappen van de status quo en niet bewust zijn dat er een kloof bestaat. “Bang om niet geaccepteerd te worden” zijn de mensen die zich aanpassen aan de norm, en zich hiervan bewust zijn, omdat ze weten dat ze zich niet voordoen zoals ze zich voelen. Deze gevoelens worden verergert als je vrijwel niemand op televisie ziet die op jou lijkt. Niemand die één van de topfuncties heeft bij grote multinationals. En nagenoeg niemand die op je lijkt die zoiets bijzonders heeft volbracht als landen op de maan. Het zijn dromen die in de meeste gevallen nog geen werkelijkheid zijn. Oftewel, De dominante norm hoort jou wel, maar ziet jou niet. Jij bent een ander die niet hetzelfde is als de status quo en dat dus buiten hem staat.
Ik ben naast mezelf nog iemand anders
De relatie tussen identiteit en diversiteit kan worden uitgelegd in het licht van een oud concept uit de Amerikaanse geschiedenis. Ik heb het over double consciousness, een Amerikaans concept die William Edward Burghart Du Bois bediscussieert in zijn meest grensverleggend boek The Souls of Black Folk (1903). Het idee van double consciousness gaat over een gespleten identiteit die gekenmerkt wordt door de ervaring van een zwarte man in een onderdrukte maatschappij. De zwarte man kon aanschouwen dat beide werelden constant veranderenden, maar niet in hetzelfde tempo en niet op dezelfde manier. Dan wel, dat het leven van de zwarte man anders geclassificeerd was, dan die van de witte man. Dit zorgde voor twijfel over diens identiteit als zwarte man en wat voor plek hij had in de Amerikaanse samenleving.
De relatie tussen identiteit en diversiteit met als leidraad het double consciousness concept veronderstelt hoe mensen met een andere culturele identiteit zich in de samenleving
ontplooien. Dit proces van ontplooien van de zelf kan een antwoord geven op wie jij bent, de vraag naar identiteit, en een antwoord geven over hoe jij jezelf (je identiteit) in de samenleving beleeft, de vraag naar diversiteit.
Dit is ook een vraag die ik mezelf een paar jaar geleden heb gesteld. Ik zag geen kleur, ik zag geen diversiteitsprobleem, maar ik zag aan de andere kant ook niet mezelf als een zwarte vrouw. Onbewust liep ik tegen het vraagstuk aan tussen mijn identiteit en diversiteit en kwam ik erachter dat ik dacht dat ik geen kleur zag, omdat ik mezelf had aangepast aan de norm. Totdat ik ondervond dat ik door de norm wel als zwarte vrouw werd gezien. Geen grote shock aangezien ik dat ook ben, maar wel voor mij persoonlijk en mijn beeld over wie ik nou was.
Ik kende geen ander zwart meisje op de hockey. Ik kende geen zwarte vrouw bij het nieuws. Ik keek naar Oprah Winfrey als ik thuis was. That’s it. Voor de rest was mijn wereld gevuld met alleen witte mensen.
Ik was niet wit, maar volgens mezelf ook niet zwart? Wie was ik dan wel?
Ik heb ook een gespleten bewustzijn
Ik kwam erachter dat ik alleen thuis mezelf was. Zodra ik de deur uit stapte speelde ik een rol die ik had gecreëerd om niet op te vallen. Ik ben mezelf gaan verdiepen in double consciousness en wat het voor mij betekent. Mijn hypothese is dat het fenomeen double consciousness de gespleten identiteit weergeeft die ontstaat doordat een minderheidsgroep zich conformeert aan de norm en daarbij altijd een dubbele identiteit hanteert: hoe men zichzelf ziet en hoe de ander hen beziet. De ‘ik’ gaat verder van zijn eigen identiteit af staan, omdat hij waarneemt dat zijn ‘ik’ niet conform de status quo is. De ontwikkeling van die andere identiteit (de aanschouwing door de ander) is de enige manier om te slagen in wie hij wil zijn.
Ik ben wie ik ben
Uiteindelijk ben ik een paar jaar geleden mezelf gaan verdiepen in waar mijn onzekerheid vandaan kwam. Het was eigenlijk weggestopte verdriet, frustratie en woede om wie ik was. Ik kwam erachter dat wie ik ben subjectief is. Dat wie ik ben samenhangt met wie de ander is. Dat door de erkenning van mijn identiteit door de ander ik mijn mens-zijn kan ontdekken en vice versa. Daarnaast, dat het verschil tussen mezelf als zwarte vrouw en de ander ervoor zorgt dat ik mijn zwarte zelf, mijn cultuur, mijn (culturele) waarden kan identificeren en versterken.
Oftewel, zoals Achille Mbembe in zijn boek beschreef “in de ander valt verschil en gelijkenis samen”. Aan de ene kant heb ik de ander nodig in die wederzijdse erkenning om te verklaren dat wij beide mensen zijn. Aan de andere kant mag ik trots zijn wie ik ben als zwarte vrouw, omdat ik een verschil belichaam tussen mezelf en de ander. Het is mijn zoektocht geworden die ik graag wil delen en zeker toepasbaar is voor vele anderen. Het leent zich in deze tijd voor de academische wereld, maar ook voor het grote publiek. Dit voelt voor mij als een nieuwe koers waarin een ieder gezien en gehoord mag worden.

Comments